Ieder werk moet volledig beschermd worden. Niemand mag zonder toestemming en/of betaling een werk afdrukken, kopiëren, fotograferen, vastleggen op film of video of op andere wijze vermenigvuldigen.
Belangrijk:
Bij verkoop van werk, moet er duidelijk overeengekomen worden dat het recht van afbeelding en vermenigvuldiging behouden blijft aan de kunstenaar (de ‘schepper’/maker, al dan niet vervaardiger van het werk). Ook is het belangrijk dat men bij verkoop van werk goed bekijkt of de maker het expositierecht kan behouden of niet.
Volgrecht
Bij de verkoop van een kunstwerk is het overeenkomen van de verkoopprijs het belangrijkst. Echter ook na de eerste verkoop van het kunstwerk kan de kunstenaar aanspraak maken op een vergoeding wanneer het werk opnieuw wordt verkocht. Dit is het zogenaamde volgrecht. Hoewel in de Europese Unie is afgesproken dat alle lidstaten het volgrecht bij wet moeten invoeren, zal het nog vele jaren duren voordat het in Nederland wettelijk geregeld is. Kunstenaars kunnen ervoor kiezen in een verkoopovereenkomst al vast een volgrecht bepaling op te nemen.
Overigens zal het volgrecht wettelijk alleen gelden voor (weder)verkopen via de officiële kunsthandel. De in Europees verband voorgestelde percentages variëren van 4% bij verkoopprijzen tot €50.000 en 3% bij verkoopprijzen tussen €50.000 en €200.000 tot 0,25% bij werken boven €500.000.
Exposities
Voor het fotograferen van exposities geldt allereerst dat men toestemming nodig heeft van de maker. Wordt er vervolgens toestemming verleend om foto’s te maken -die bijvoorbeeld ter illustratie worden gebruikt bij een krantenartikel -, dan geldt dat een foto van een werk in verhouding niet groter mag zijn dan het geschreven artikel. Dus, de foto van een werk op 1 pagina en 3 regels tekst als verslag van een expositie, is volgens de Auteurswet niet toegestaan. Verder zijn er normen, echter niet gebaseerd op bestaande wetgeving, t.a.v. het fotograferen van exposities, dat men alleen maar overzichtsfoto’s mag maken. Op deze overzichtsfoto’s mag maar een bepaald percentage van het gefotografeerde object zichtbaar zijn.
Expositievergoeding
Kunstenaars stellen hun werken ter beschikking aan bedrijven en (semi) overheidsinstellingen. Vaak wordt er vanuit gegaan dat zij dit voor niets doen. Het is immers ‘goed voor de naamsbekendheid’. Voor bedrijven en instellingen hebben deze exposities echter een doel: decoratie, imago etc. Daarom is een vergoeding op zijn plaats. Deze kan op verschillende manieren berekend worden. U kunt alle kosten voor de expositie, verhoogd met een honorarium voor de voorbereiding en uitvoering bij de exposant in rekening brengen. Voor het honorarium rekent u een bedrag tussen €27 en €50 per uur. Een tweede methode is uit te gaan van de verkoopwaarde van de tentoongestelde werken gekoppeld aan de duur van de expositie. Voor de eerste week is het tarief 5%, voor twee weken is het 9%, voor drie weken 12%, voor vier weken 14%, voor 5 weken 15%, voor 6 weken is het 16%. Bij een langer durende expositie kunt u uitgaan van 20% of van een vast bedrag (opmerking: een oplopend percentage naarmate de expositie langer duurt is te prefereren boven een vast hang- of stageld van 5% of 10% op jaarbasis. Hallen en kerken geven vaak geen vergoeding, dit is een kwestie van goed onderhandelen. Eind 2008 heeft het ministerie van OCW gemeld, dat indien ministeries exposeren zij inderdaad ‘hanggeld’ dienen te gaan betalen.
Beeldrecht
Beeldend kunstenaars kunnen voor publicaties van hun werk laten incasseren via www.pictoright.nl